Sint-Janskruid

Het sint-janskruid (Hypericum perforatum) is een plant uit de hertshooifamilie (Hypericaceae). De vaste plant komt van nature oorspronkelijk voor in Europa, maar is van daaruit verder verspreid. Het kruid bloeit rond het sint-jansfeest op 24 juni, de tijd dat de zon op zijn hoogst staat, met gele bloemen die dan ook worden geoogst. 

De soort is al lang in gebruik als geneeskrachtig kruid en is als plantaardig antidepressivum verkrijgbaar.

Beschrijving
De plant wordt 20-85 cm hoog en heeft een ronde stengel met tot twee smalle lijsten. De kale, elliptisch of eivormige, gaafrandige, 1,5-3 cm lange bladeren hebben talrijke doorzichtige punten en een stompe bladvoet. De doorzichtige puntjes zijn gevuld met etherische olie.

Sint-janskruid bloeit van juni tot september met gele bloemen. De kroonbladen zijn 1-1,6 cm lang. De kelkbladen zijn lancetvormig, spits en gaafrandig. De kroonbladen hebben weinig zwarte punten. De bloeiwijze is een tuil.

De vrucht is een doosvrucht met, uitsluitend lange, klierstrepen (vittae).

De plant komt voor op droge, grazige, voedselrijke plaatsen langs wegen, spoorwegen en struikgewas.

Medisch gebruik
Verschillende stoffen in sint-janskruid kunnen verantwoordelijk zijn voor de aan fytotherapeutische bereidingen van deze plant toegeschreven antidepressieve effecten. De hypericinen worden als de belangrijkste psychoactieve stoffen in de plant beschouwd, met name gaat het dan om hypericine, pseudohypericine en hyperforine. De meeste wetenschappelijke studies met Hypericum zijn uitgevoerd met een op 0,3% hypericine gestandaardiseerd extract, waaraan in de medische literatuur gerefereerd wordt als “LI 160”. Een aantal gestandaardiseerde hypericumproducten op de markt zijn gemodelleerd naar dit voorbeeld en zijn eveneens gestandaardiseerd op 0,3% hypericine.

De samenstelling van de verschillende sint-janskruid preparaten varieert sterk. Sommige bevatten alleen hypericine, maar blijken toch werkzaam. Sint-janskruid remt, net als de conventionele antidepressiva, de neuronale heropname van serotonine, noradrenaline en dopamine. Tevens remt het de heropname van GABA en L-glutamaat. Ongeveer 20% van de hypericine wordt geabsorbeerd en komt na 1 à 2 uur in de bloedstroom. Hypericine heeft een relatief lange halfwaardetijd en blijft meer dan 24 uur in de bloedstroom.

Een eerste studie uitgevoerd bij mensen met een zware depressie liet geen effect zien van sint-janskruid, mogelijk doordat deze studie te klein van opzet was. Een latere, grotere studie, waarbij ook mensen met mildere depressies werden bestudeerd, liet wel een effect zien. Bij matige tot zware depressies is er namelijk wel bewijs voor de werkzaamheid.

Diverse kleinere studies wijzen erop dat sint-janskruid bij de behandeling van lichte tot matige depressie effectiever is dan een placebo en net zo effectief als tricyclische antidepressiva. Deze conclusie wordt ondersteund door verschillende meta-analyses en een Cochrane review van verschillende studies. Vergelijkingen met selectieve serotonine-heropnameremmers (SSRI’s) laten geen consistent beeld zien, waardoor daar nog geen conclusies getrokken kunnen worden over de effectiviteit van sint-janskruid in vergelijking met deze groep antidepressiva.

Sint-janskruid wordt ook gebruikt als middel tegen stress en slapeloosheid, al zijn er ook aanwijzingen dat het – net als sommige conventionele antidepressiva – slapeloosheid kan veroorzaken. Depressie gaat vaak gepaard met slapeloosheid, vandaar dat het in deze gevallen wel slapeloosheid kan verlichten. Bij primaire slapeloosheid (dus niet als gevolg van een depressie) kan het dus averechts werken. In de vorm van Sint-Jansolie kan het gebruikt worden tegen brandwonden en zonnebrand.

Het Nederlandse College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) heeft in 2007 een preparaat van sint-janskruid (merknaam Hyperiplant) geregistreerd als medicijn tegen een milde of matige depressie. Volgens het CBG heeft de aanvrager (VSM Geneesmiddelen) de werking van het product voldoende aangetoond. Het CBG denkt dat de veiligheid van patiënten verbetert door registratie, aangezien mogelijke bijwerkingen en interacties via het geneesmiddelenbewakingsssysteem sneller zullen worden opgemerkt.

Bijwerkingen
Sint-janskruidpreparaten worden over het algemeen goed verdragen.

Mogelijke bijwerkingen:

  • maag-darmklachten
  • Huidveranderingen (onder andere verkleuring)
  • Moeheid
  • Rusteloosheid
  • Duizeligheid
  • Hoofdpijn
  • Slapeloosheid
  • Droge mond
  • Fototoxisch effect. Onder invloed van UV-straling van de zonnebank of zonlicht kan het huiduitslag en roodheid veroorzaken.

In het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde is een casus gemeld van een patiënt met zelfmoordgedachten en agressiviteit die mogelijk verband houden met het gebruik van sint-janskruid.

Interacties met geneesmiddelen
Sint-janskruid kan de werking van geneesmiddelen nadelig beïnvloeden. Het versterkt de werking van het lever-enzymsysteem cytochroom P450, waardoor een aantal geneesmiddelen sneller wordt afgebroken en daardoor een geringere werking heeft. Zo kan het gebruik van sint-janskruid onder andere de werking van de anticonceptiepil verminderen.

Waargenomen is dat gezondheidsproducten met sint-janskruid de werking van de volgende geneesmiddelen kunnen verminderen:

  • remmers van het immuunsysteem bijvoorbeeld bij orgaantransplantaties en auto-immuunziekten: ciclosporine. Daardoor kan bij mensen die een harttransplantatie hebben gehad sint-janskruid tot afstotingsreacties leiden.
  • antistollingsmiddelen van het coumarinetypetype, zoals acenocoumarol (o.a. Sintrom) en fenprocoumon (o.a. Marcoumar);
  • anti-epileptica: fenobarbital en fenytoïne;
  • luchtwegverwijders: theofylline;
  • hartglycosiden bij hartfalen en hartritmestoornissen: digoxine;
  • remmers van het hiv: indinavir;
  • Maagzuurremmers: omeprazol.

Sint-janskruid kan de werking van antidepressiva beïnvloeden. Dit geldt ook indien een tricyclisch antidepressivum, bijvoorbeeld amitriptyline, bij neuropathie wordt gebruikt. Sint-janskruid verhoogt, zoals veel antidepressiva, de hoeveelheid serotonine in de hersenen. In combinatie met een MAO-remmer, een SSRI of clomipramine bestaat er hierdoor kans op het ontstaan van het serotoninesyndroom.

Gelijktijdig gebruik van sint-janskruid en een antidepressivum wordt daarom afgeraden. Om deze reden is het sinds november 2001 verplicht om op de verpakking of in de bijsluiter van producten die sint-janskruid bevatten een tekst te vermelden waarin gewaarschuwd wordt voor de effecten op medicatie.

Medisch gebruik in de oudheid
In de oudheid werd sint-janskruid gebruikt bij brandwonden en andere wonden. Hippocrates en Paracelsus hebben dit gebruik beschreven.

Sint-janskruid als afweermiddel
De bijnaam “jaag den duvel” geeft aan dat sint-janskruid volgens overleveringen vroeger ook wel als afweerkruid werd gebruikt om zich te beschermen tegen hekserij, magie of andere mogelijke gevaren.