Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare, synoniem: Chrysanthemum vulgare) lijkt op jakobskruiskruid (Jacobaea vulgaris subsp. vulgaris), maar heeft in tegenstelling tot deze plant geen gele stralenkrans van straalbloempjes. In het grootste deel van Europa en het noordelijke deel van Azië komt boerenwormkruid van nature voor.
Naamgeving
De botanische naam Tanacetum is vermoedelijk afgeleid van het Oudgriekse woord ‘athanasia’ dat ‘onsterfelijk’ betekent. Het heeft deze naam waarschijnlijk te danken aan het feit dat de bloemen niet makkelijk verwelken en lang hun gele kleur behouden, maar het kan ook duiden op een soort levensdrank die ervan gemaakt werd. Ook werd boerenwormkruid gebruikt voor het conserveren van lichamen. ‘Vulgare’ betekent ‘algemeen voorkomend’.
Volksnamen zijn reinvaren, wormkruid en wormzaad .
Enkele namen in andere talen, zijn:
Engels: Common Tansy
Frans: Tanaisie vulgaire / tanaisie commune
Duits: Rainfarn
Deens: Rejnfan
Botanische beschrijving
Het is een vaste plant. De plant heeft een kantige donkerbruin gekleurde stengel en kan 60-120 cm lang worden en bloeit met platte schermen, die uit tientallen individuele bloemhoofdjes bestaan. De buisbloempjes staan in schijnschermen zeer dicht opeen en geven het scherm de stevigheid als van een kussentje.
De hoofdbloei valt in de periode juni tot en met augustus en de nabloei kan tot aan de herfst aanhouden. De bladeren zijn afgebroken geveerd met naar de top van het blad veerdelig en de blaadjes veerspletig en bezet met klierharen. Deze klierharen zijn verantwoordelijk voor de wat onaangename kamferachtige geur, die bij aanraking verspreid wordt. Omdat de olie die uit de plant kan worden gewonnen in principe giftig is, is het in de Verenigde Staten verboden om de plant te verkopen. Boerenwormkruid wordt tot de kompasplanten gerekend, omdat de bladeren in het volle zonlicht zich precies plat op het zuiden richten.
Bloemhoofdjes
De vrucht is een 2 mm lang nootje.
Ecologie
De plant komt veel voor op droge zandige grond en langs wegen.
Op boerenwormkruid komen spanrupsen (bijvoorbeeld smaragdspanner, Thetidia smaragdaria) en rupsen van uiltjes voor. Ook voor de microvlinders Coleophora tanaceti, Coleophora trochilella, Depressaria emeritella, Dichrorampha flavidorsana, Dichrorampha petiverella, Gillmeria ochrodactyla en Isophrictis striatella.
Mieren houden niet van boerenwormkruid. Daarom werd het kruid vroeger wel bij keukendeuren geplant.
De solitaire bijen Colletes daviesanus, grasbij, Halictus quadricinus, koolzwarte zandbij, pluimvoetbij en tronkenbij vliegen op deze plant.
Gebruik
Medisch: Uitwendig kan het gebruikt worden als lotion bij schurft. Wat boerenwormkruid in de schoenen geplaatst zou helpen tegen chronische koorts. In de fytotherapie wordt het gebruikt tegen onder andere artritis en verkoudheid.
In de plant komt het giftige thujon voor dat wormafdrijvend, vooral van spoel- en lintwormen, is. Ook was het kruid veelvuldig in gebruik om een abortus op te wekken. Hoge doses veroorzaken duizeligheid, krampen, buikpijn en kunnen dodelijk zijn.
Verdelgingsmiddel
De etherische oliën uit de plant, zoals triticine, irisine en graminine, worden gebruikt in de receptuur voor insectenverdrijvende middelen. Om het huis vlo- en motvrij te houden werd het veel in huis gestrooid.
Voedsel
In kleine hoeveelheden wordt boerenwormkruid vermengd in groenkoeken of ovenkoeken en gebruikt om de smaak van eieren te verbeteren.
Afweerkruid
De plant wordt gerekend tot de zogenaamde afweerkruiden. Het zou afweer bieden tegen hekserij, spoken en onweer.
Inhoudsstoffen
- Etherische olie (met daarin het giftige thujon, verder triticine, irisine en graminine)
- Bitterstoffen (tanacetine I en II)
- Flavonglycosiden
- Zuur
- Hars
- Vet
- Melksuiker
- Carotenoïden
- Tanninen
- Terpenoïden
- Sesquiterpenen
Mythe
Volgens de Griekse mythe werd het kruid gebruikt om Ganymedes onsterfelijk te maken, nadat Zeus een oogje op hem had laten vallen. Op de berg Olympus werd hij vervolgens de waterdrager voor de goden (Aquarius) en de minnaar van Zeus.